Wat is non-duaal Shaivisme? Een eerste inleiding...

Non-duaal Shaivisme is de Shaivitische variant van de Oosterse non-duale spiritualiteit. Het Shaivisme is die stroming in het Hindoeïsme waarin Shiva (en soms ook diens vrouwelijke wederhelft Shakti) aanbeden wordt als de ene God(in), het Absolute, de Ultieme Werkelijkheid, de Bron van Alles. In het non-duaal Shaivisme wordt deze Bron begrepen (en vooral: ervaren) als het non-duale Bewustzijn dat aan zichzelf verschijnt als het Heelal zoals gezien door de talloze ogen van alle levende wezens in het Heelal. Shiva-Shakti is het Universele Zelf van al deze wezens, het stralende Hart van het Heelal.


De complexe geschiedenis van het Shaivisme in India is duizenden jaren oud en grotendeels in nevelen gehuld. Duidelijk is in ieder geval dat het Shaivisme vanaf ongeveer 500 n.Chr. zich begon te ontworstelen aan haar mythologisch-religieuze achtergrond en ‒ in één van haar stromingen ‒ evolueerde tot een non-duale vorm van filosofie en spiritualiteit waarin diverse praktijken van tantrische yoga en meditatie een centrale rol speelden. Dit non-duale Shaivisme is in veel opzichten vergelijkbaar met andere non-duale tradities zoals de Advaita Vedanta en diverse Boeddhistische stromingen, al wijkt het in cruciale opzichten ook van deze tradities af. Het zijn juist deze verschillen die het non-duale Shaivisme zo interessant en aantrekkelijk maken.

Non-duaal Shaivisme vergeleken met Boeddhisme en Advaita Vedanta
Heel kort gezegd kunnen we het non-duaal Shaivisme als volgt afzetten tegen Advaita Vedanta en Boeddhisme. Als vormen van Hindoe-spiritualiteit verschillen Advaita Vedanta en non-duaal Shaivisme allebei van het Boeddhisme doordat ze de Ultieme Werkelijkheid gelijkstellen aan het Zelf, het Atman, het onveranderlijke en universele Ik van alle levende bewuste wezens. Het Boeddhisme daarentegen kent de leer van Zelfloosheid (Anatta) en ziet de Ultieme Werkelijkheid juist als een alomvattende Leegte (Sunyata) waarin niets blijvends is; een onveranderlijk Zelf bestaat volgens het Boeddhisme niet. Het verschil met de Advaita Vedanta is nu hierin gelegen dat het non-duaal Shaivisme de wereld van de alledaagse ervaring omarmt als een verschijning van het Universele Zelf, terwijl de Advaita Vedanta deze verschijningswereld juist verwerpt als een illusie (Maya) ‒ een illusie die de spirituele zoeker achter zich moet laten om tot realisatie van het Zelf te kunnen komen. Advaita Vedanta is ascetisch, wereldverzakend, en traditioneel vooral een aangelegenheid van monniken en kluizenaars die zich van het alledaagse leven afkeerden. Non-duaal Shaivisme daarentegen is levensbevestigend, wereldomarmend, een spirituele filosofie die bij uitstek geschikt is voor mensen die vol in het leven willen staan.
In het non-duaal Shaivisme is de hele kosmos het Lichaam van Shiva, de Spiegel van het Zelf waarin het z’n eigen stralende schoonheid kan zien, ervaren, voelen, proeven, ruiken, horen… in één groot kosmisch spel van Zelf-ontdekking en Zelf-aanbidding. Het non-duaal Shaivisme nodigt je uit en geeft je de theoretische en praktische tools om aan het Spel van Shiva ‒ gesymboliseerd door het bekende beeld van de dansende Shiva, de Shiva Nataraja ‒ deel te nemen. Het daagt je uit om jezelf in dat Spel te verliezen, om zo je Zelf terug te vinden.

Alternatieve benamingen: Tantra en Kasjmir Shaivisme
De ontwikkeling van het non-duale Shaivisme vond oorspronkelijk plaats in geschriften die “tantra’s” (ook wel “agama’s”) werden genoemd en daarom wordt deze stroming ook wel aangeduid als een vorm van Tantra. Vaak wordt het non-duale Shaivisme zelfs gelijkgesteld aan Tantra als zodanig, waarbij dan de aandacht vooral uitgaat naar het seksuele aspect van Tantra, alsof deze traditie uitsluitend zou draaien om het activeren van ‘goddelijke seksuele energieën’ in het lichaam. Deze gelijkstelling van non-duaal Shaivisme aan Tantra als zodanig of zelfs aan ‘Tantra-seks’ is echter om verschillende redenen onjuist. Seksualiteit speelt inderdaad een opmerkelijke rol in het Tantrisme van het non-duale Shaivisme ‒ iets dat deze traditie, in mijn beleving althans, op prettige wijze onderscheidt van andere spirituele tradities. Maar seksualiteit speelt er zeker niet de hoofdrol en het is dan ook ver bezijden de waarheid om het non-duale Shaivisme gelijk te stellen aan ‘Tantra-seks’. Dat laatste is vooral een uitvinding van de Westerse seksindustrie die één ondergeschikt aspect van de Shaivitische Tantra uit z’n verband heeft gerukt, tot enorme proporties heeft opgeblazen en vervolgens aan Tantra als zodanig heeft gelijkgesteld.

Wat de gelijkstelling van het non-duale Shaivisme aan Tantra als zodanig betreft, dit is om twee redenen incorrect. Ten eerste is er binnen het Shaivisme ook een tantrische stroming te vinden die uitgesproken dualistisch is, namelijk de Shaiva Siddhanta ‒ het non-duale Shaivisme moet daar zeker niet mee verward worden. Ten tweede is Tantra een breder spiritueel fenomeen dat niet alleen in het Shaivisme te vinden is maar ook in andere Hindoeïstische stromingen (zoals het Vaishnavisme, waarin Vishnu als hoogste God aanbeden wordt) en natuurlijk in het Boeddhisme. Naast de Theravada en de Mahayana is het Tantrisch Boeddhisme, dat “Vajrayana” of “Tantrayana” wordt genoemd, een van de drie hoofdstromingen binnen het Boeddhisme. Om al deze redenen is het goed om de simplistische gelijkstelling van het non-duale Shaivisme aan Tantra als zodanig te vermijden.

Iets soortgelijks geldt voor de veelgebruikte aanduiding van het non-duale Shaivisme als “Kasjmir Shaivisme” ‒ een aanduiding die gebaseerd is op het feit dat het non-duaal Shaivisme vooral floreerde in de Kasjmirvallei in het Himalayagebergte. De grootste yogi en filosofen van het non-duale Shaivisme ‒ zoals Utpala Deva, Abhinava Gupta en Rajanaka Kshemaraja ‒ waren allemaal Kasjmiri. Toch is de aanduiding “Kasjmir Shaivisme” niet correct, omdat er in Kasjmir ook nog andere Shaivitische stromingen waren, zoals de al genoemde dualistische Shaiva Siddhanta. Bovendien kwam het non-duale Shaivisme ook buiten Kasjmir voor, zij het in mindere mate. Ook daarom kan de term “Kasjmir Shaivisme” beter vermeden worden als het om non-duaal Shaivisme gaat.   Waarom is er zo weinig bekend over het non-duaal Shaivisme?
Van alle vormen van non-duale spiritualiteit ‒ zoals Advaita Vedanta en Boeddhistische stromingen als Zen en Dzogchen ‒ is het non-duale Shaivisme de minst bekende. Het is door deze brede onbekendheid met het non-duale Shaivisme dat de storende misvatting kon ontstaan dat het in deze traditie uitsluitend zou gaan om ‘Tantra-seks’. Waarom is het non-duale Shaivisme zo lang zo onbekend gebleven? Hiervoor zijn twee hoofdoorzaken aan te wijzen, namelijk (1) de buitenstaanderspositie van het Shaivisme binnen de bredere cultuur van het Hindoeïsme en (2) de verovering van Kasjmir door de moslims kort nadat het non-duale Shaivisme tot vol wasdom was gekomen rond 1000 n.Chr.

Wat het eerste punt betreft, het Shaivisme heeft altijd ‒ om redenen die we nog zullen bespreken ‒ op gespannen voet gestaan met de dominante Vedische cultuur van de Brahmaanse elite in India. Het Shaivisme werd lange tijd gezien als een afwijkende, zelfs ketterse stroming binnen het Hindoeïsme. Vandaar dat het non-duale Shaivisme traditioneel niet gerekend werd tot de zes “darshana’s” of zienswijzen die als de hoofdstromingen van de Indiase filosofie aangemerkt worden en waarin de Advaita Vedanta van Shankara de hoogste status heeft. Studenten van de Indiase filosofie zien dus heel gemakkelijk het non-duale Shaivisme over het hoofd. Paul Muller-Ortega (1989: 19) merkt dan ook terecht op: “Het valt niet te ontkennen dat de tantrische aard van het non-duale Shaivisme ertoe leidde dat deze traditie werd veronachtzaamd ten gunste van meer puriteinse en publiekelijk acceptabele formuleringen van de Hindoe-spiritualiteit, zoals de Advaita Vedanta… Een figuur als Abhinava Gupta, die qua belang en invloed misschien net na de grote Shankara komt, wordt amper genoemd in de standaardoverzichten van het Indiase denken.” Deze achtergestelde positie van het non-duale Shaivisme is echter totaal onverdiend, zoals ik op deze website hoop te laten zien.

Wat het tweede punt betreft, de verovering van Kasjmir door de moslims in de eeuwen na het jaar 1000 leidde ertoe dat de cultuur en religie van de Shaivieten stelselmatig werd onderdrukt en hun tempels, kloosters en boeken werden vernietigd. In hun religieus fanatisme konden de Islamitische veroveraars van Kasjmir geen andere religie of spirituele traditie naast de hunne dulden. Dit betekende het einde van de verdere ontwikkeling van het non-duale Shaivisme. Veel tantrische teksten van de Kashmir Shaivieten gingen verloren, maar gelukkig konden er ook een hoop gered worden door Shaiva-families die deze teksten voor de bezetters verborgen hielden en van generatie op generatie door gaven ‒ ook al ontbrak veelal de kennis om deze teksten goed te kunnen duiden. Het is dankzij deze eeuwenlang verborgen en doorgegeven teksten dat veel ‒ maar helaas niet alle ‒ meesterwerken van het non-duale Shaivisme de moslimoverheersing overleefd hebben en nu weer gelezen kunnen worden. Pas vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw druppelen vertalingen van en academische beschouwingen over deze Sanskriet-teksten mondjesmaat het Westen binnen. De lezer die meer wil weten over de fascinerende tekstuele geschiedenis van het non-duale Shaivisme kan daarvoor goed terecht bij Christopher Wallis (2017: 2-8).

Gebruikte literatuur
-Muller-Ortega, Paul Eduardo (1989), The Triadic Heart of Śiva. SUNY Press, Albany.
-Wallis, Christoper (2017), The Recognition Sūtras. Mattamayūra Press, Boulder, CO.

No comments:

Post a Comment

Het doel van deze website

Welkom op mijn website over de tantrische filosofie en spiritualiteit van het non-duale Shaivisme. Hier vind je informerende artikelen en ve...